Wederom groeit de economie. Maar desondanks stijgen de lonen niet zo hard als tien jaar terug. Raadselachtig, vindt het CBS.Het afgelopen kwartaal groeide de Nederlandse economie harder dan veel andere Europese markten. Met een groeipercentage van 0,7 procent bleef Nederland Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk voor, tonen vandaag gepresenteerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het resultaat: maar liefst 250.000 openstaande vacatures en meer vaste contracten. Opvallend genoeg betekent dat niet dat de lonen net zo hard meestijgen.
Raadselachtig, noemt hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen die achterblijvende loonstijging. Tien jaar terug, toen de arbeidsmarkt net zo krap was, stegen de lonen met 3,6 procent. Nu blijft de loonstijging steken op zo’n 2,2 procent. “Aan de winsten van bedrijven ligt het niet”, zegt Van Mulligen. “Die waren het vierde kwartaal van vorig jaar hoger dan ooit. Je zou verwachten dat nu de arbeidsmarkt krap wordt, het aan de lonen te zien is.” Hogere lonen of niet, de economische groei zorgde de afgelopen twee kwartalen voor een opmerkelijke trendbreuk: voor het eerst in tien jaar tijd groeide het aantal vaste banen harder dan het aantal flexibele functies. Alleen al de afgelopen drie maanden kwamen er 159.000 vaste contracten bij, terwijl de groei van het aantal flexibele banen bleef steken op 3000 stuks.
Die enorme groei in vaste aanstellingen is in ieder geval niet te danken aan de bouw. Die mag zich dan met een groei van 10,1 procent de meest productieve sector noemen, extra banen weten de bouwbedrijven, keuken- en badkamerboeren, aannemers en schildersbedrijven niet te creëren. Sterker, afgelopen kwartaal gingen er juist banen verloren. En dat terwijl de branche met ruim 16.000 vacatures wel staat te springen om mensen. Een verklaring zoekt Van Mulligen in de grote hoeveelheid uitzendbanen. “Het lijkt erop dat de werkgelegenheid in de bouw in toenemende mate wordt gerealiseerd met uitzendkrachten. Die groei telt natuurlijk wel mee voor de uitzendsector en niet voor de bouw.” Zijn bouwbedrijven dan te huiverig om vaste banen te verstrekken? Zo wil de hoofdeconoom van het CBS het niet formuleren. “De bouw heeft vakmensen nodig. Die vakmensen komen idealiter nu van school, maar tijdens de crisis koos bijna niemand voor een opleiding in de bouw.” De sector kampt daardoor met een tekort aan geschoolde vaklui. Benodigde vakmensen, vermoedt Van Mulligen, halen de werkgevers vanwege het tekort uit landen als Polen en Bulgarije. “En die buitenlandse krachten kunnen de groei van het aantal uitzendbanen weer verklaren.”
Bron: Trouw