Het is maar 1 keer per jaar 1 april. De enige dag in het jaar dat je achterdochtig en onbetrouwbaar tegelijk mag zijn. Weet je nog geen geschikte grap, haal dan wat inspiratie uit de volgende kantoorgrappen.
1. Lok je collega weg van zijn/haar werkplek en druk de toetscombinatie ‘ctrl+alt+pijltje omlaag’ op de computer in. Nu staat het scherm op zijn kop. Je collega zal waarschijnlijk de helpdesk bellen. Laat de helpdesk vertellen dat zij in verband met een spoedklus pas rond de lunch langs kunnen komen. Om het scherm weer terug te draaien toets ‘ctrl+alt+pijltje omhoog’.
2. Koop een wenskaart met een muziekje erin en verstop het in het systeemplafond. Je collega zal je vragen of jij ook dat muziekje hoort, maar je ontkent glashard en je zorgt er ook nog eens voor dat alle andere collega’s met je meedoen.
3. Sluit een extra muis aan op de achterpoort van de computer van de collega tegenover je en hou de muis bij je. Beweeg de muis steeds heen en weer.
4. Als er een gezamenlijke fruitschaal of een schaal met paaseitjes in de algemene ruimte staat, stop er plastic spinnetjes tussen. Vergeet niet dat je dit gedaan hebt, zodat je zelf ook niet schrikt.
5. Verwissel de nummers op de telefoonlijst zodat je collega steeds de verkeerde persoon belt.
6. Spreek met je andere collega’s af dat jullie de hele dag door tegen je collega zeggen dat jullie iets vies ruiken. Overal waar deze persoon komt, krijgt die steeds hetzelfde te horen. Iedereen kan er zijn eigen draai aan geven, variërend van ‘de luier van een kind dat kerrie heeft gegeten’ tot ‘de kots van een bejaarde kat’.
7. Als je verdieping twee toegangsdeuren heeft, plak op de meest gebruikte deur een poster waarop staat: “Andere deur gebruiken a.u.b.”. Er staat dus niet dat deze deur kapot is. Hetzelfde kan je doen met twee toiletten.
8. Maak een officieel mededelingsbriefje voor de printer, volledig in de huisstijl. De mededeling is dat de printer is vervangen door een stemgestuurde printer. Voeg er een korte lijst met taken aan toe die de medewerkers kunnen inspreken.
9. Iedere keer dat je collega zijn/haar werkplek verlaat, zet je de bureaustoel op de laagste of hoogste stand. Je collega zal voortdurend vragen wie er op zijn/haar stoel heeft gezeten.
10. Als iedereen van jou verwacht dat jij ze in de maling neemt, reageer laconiek en zeg af en toe: “weet je zeker dat je die koffie/thee gaat drinken?” en “pas op met een van de toiletten” en lach er heel kwaadaardig bij. In werkelijkheid heb je er niets mee gedaan maar dat weten je collega’s niet.